Search This Blog

Wednesday 25 June 2014

Geheimzinnigheid en schijnbaar amateurisme, gebrek aan durf van de gemeente Almere en vooral de onbegrijpelijke ambivalentie van de KNSB, lijken het lot van de Almere Icedôme te hebben bezegeld.

In mijn eerste artikel over de Almere Icedôme heb ik al eens gesproken over een insider, genaamd ‘John’ (niet zijn echte naam), die nauw betrokken is geweest bij het proces rond de ontwikkeling van de Icedôme en die tevens een goede kennis van mij is.

Gisteren, na het verschijnen van mijn meest recente artikel over de Almere Icedôme, heb ik opnieuw met John gesproken en met name over de vraag waardoor het project uiteindelijk mis is gelopen.

Ondanks dat John maar één bron is, die bovendien een gekleurd beeld van de situatie kan hebben, geef ik zijn verhaal hier toch weer. 

Niet om de organisatie rond de Icedôme te veroordelen, maar om een beeld te schetsen hoe een dergelijk megaproject aan goede bedoelingen, koudwatervrees, een succesvolle contra-lobby en schijnbaar amateurisme ten onder kan gaan.

Geheimzinnigheid en schijnbaar amateurisme bij Folkert Buiter

John is in een vroege fase van het Almere Icedôme project betrokken geraakt. Naast zijn werk als gemeenteambtenaar voor Sportzaken in Almere, heeft John een eigen praktijk voor sportgeneeskunde.

In die laatste hoedanigheid werd hem gevraagd om op ‘no cure, no pay’ basis deel te nemen aan het Icedôme project: als het project zou slagen, zou hij een partner van het project worden. 

Als het daarentegen onverhoopt mislukte, was hij zijn geïnvesteerde tijd, energie en geld kwijt, zonder dat er enige vergoeding tegenover zou staan.

Naast John werden ook andere mensen en partijen op dezelfde wijze aangehaakt, waaronder een marketingspecialist en andere potentiële partners. 
Iedereen werkte op basis van vrijwilligheid en volgens het 'no cure, no pay'-principe.

Enige uitzondering op deze regel – volgens John – was Folkert Buiter, die door de initiatiefnemers voor de Icedôme – Royal BAM Groep NV ($BAMNB) en Van Wijnen Groep N.V. als een betaalde programmamanager en publiek gezicht was ingehuurd. John wist dit echter niet zeker.

CEO Cees van Bemmel van Van Wijnen en Folkert Buiter deelden een arbeidsverleden in het gemeentebestuur van Almere:  Van Bemmel als wethouder en Buiter als gemeenteraadslid, met beiden o.a. financiën, grondbedrijf en ruimtelijke ontwikkeling in hun portefeuille.

Dit gedeelde verleden – en daarnaast de langjarige kennis van Buiter als professioneel consultant voor de schaatssport – is waarschijnlijk de reden dat Buiter voor deze high profile opdracht gevraagd is.

Wat John zelf irriteerde, gedurende de gehele duur van de voorbereidingsfase op de ontwikkeling van de Icedôme, is de geheimzinnigheid die Folkert Buiter heeft gehanteerd ten aanzien van de mensen en bedrijven die deelnamen aan het Icedôme-consortium.

Er waren slechts enkele namen publiekelijk bekend, tijdens de voorbereidingsfase van de Icedôme: BAM en Van Wijnen (bouwbedrijven) en de Amerikaanse Anschutz Entertainment Group (i.e. AEG; Amerikaans exploitatiebedrijf van sportstadions).

Voor het overige heeft Buiter altijd de kaarten tegen de borst gehouden, waar het ging om de overige deelnemers aan het consortium: de financiers / geldschieters voor de bouw en de mogelijke exploitanten van de gebruiksruimten en horeca. Niet alleen voor de buitenwereld, maar ook voor de partners van het eerste uur.

Dat ging zelfs zo ver, dat toen er vorig jaar een kort geding werd aangespannen tegen de KNSB, nadat deze de selectiecriteria voor de aanbesteding verzwaard had om onder de initiële keuze voor Almere uit te kunnen, hierbij wel de bouwbedrijven voor overleg naar burgemeester Jorritsma en wethouder Henk Mulder van Almere zijn gekomen, maar geen van de financiers of toekomstige exploitanten. Althans, in de woorden van John…

Anschutz Entertainment Group was bij het Icedôme-project betrokken geraakt, omdat de Sales Director van AEG Europe, Frank Kolsteeg, in Almere woonde en met Folkert Buiter in contact was gekomen.  Hierbij was Kolsteeg, volgens John, enthousiast gemaakt om namens AEG aan het Icedôme project deel te nemen.

AEG, een leidend bedrijf op het gebied van stadionexploitatie, was een 'partner from heaven' voor de Icedôme, omdat deze klinkende naam uit de stadionexploitatiesector gewicht aan het bod van de Icedôme kon geven.

Toen Kolsteeg zich echter enkele maanden geleden terugtrok uit het Icedôme-project, omdat hij het niet eens was met de hele gang van zaken, werd hier door Buiter zeer lauw op gereageerd; alsof het slechts om een klein hikje in de projectvoortgang ging. Dit was vreemd, volgens John.

Daarnaast zijn er door het Consortium in het algemeen veel te weinig marketinginspanningen verricht om de Almere Icedôme onder de aandacht te brengen en te houden. 

Ook is er te weinig commitment gekweekt onder de inwoners van Almere en de Nederlandse bevolking, om de mensen te enthousiasmeren over de komst van de Icedôme. Gedurende de afgelopen driekwart jaar, om maar iets te noemen, is er een vrijwel volledige radiostilte geweest.

John zelf had bijvoorbeeld verwacht dat de bouwgrond voor de Icedôme zou worden afgebakend en worden gemarkeerd met een groot billboard. Ook had er een krachtige marketingcampagne gevoerd moeten worden, waarmee de negatieve marketing en social media campagne van de ‘Thialf lobby’ te niet was gedaan en om commitment te kweken voor Almere als schaatsstad van de toekomst.

Nu kon de keiharde strijd van de Thialf-lobby uit Friesland tegen de Almere Icedôme, die zich kenmerkte door negativiteit en “aanvallen onder de gordel”, ‘dooretteren’ zonder dat er ooit een enthousiasmerend antwoord van het Icedôme Consortium op kwam.

Dit laatste werd versterkt door de te overdreven geheimhouding van Folkert Buiter: iedereen kon straffeloos beweren dat de Icedôme vanaf het begin financieel onhaalbaar en een 'wassen neus' was, omdat Folkert Buiter en andere deelnemers van het Consortium zich daar nooit tegen verweerden en met namen en feiten kwamen die het tegendeel bewezen.

Gebrek aan durf gemeente Almere

In de negentiger jaren was CEO Cees van Bemmel van Van Wijnen als wethouder van Almere verantwoordelijk geweest voor Topsportcentrum Almere, volgens John. 

Hoewel dit multifunctionele sportcentrum  in de woorden van Folkert Buiter – nu een redelijk neutrale exploitatiebegroting heeft, is de gemeente Almere er initieel vele miljoenen bij ingeschoten tijdens de bouw en de eerste exploitatiejaren van het Topsportcentrum.

Dit miljoenenverlies en de grote verliezen en reputatieschade die Almere op andere, in het oog springende bouwprojecten heeft geleden, bepaalde – volgens John – grotendeels de angst en het gebrek aan daadkracht van Almere, waar het om financiële ondersteuning van de Icedôme ging [overigens een financiële voorzichtigheid waar ik het als inwoner van Almere hartgrondig mee eens ben – EL].

Met andere woorden: Almere had geen enkele behoefte zich nog een keer een financiële buil te vallen. 

Dus waar het nieuwe Thialf wel op een – door de EU goedgekeurde – financiële bijdrage van (met name) de provincie Friesland kon rekenen, hebben Almere (en ook Flevoland) de boot altijd afgehouden.

Almere kon en wilde wel bepaalde toegestane subsidies bieden om de kosten voor de Icedôme enigszins te verlichten – structuurfondsen, grond in erfpacht (tegen een iets-lager-dan-marktconforme prijs) en bepaalde subsidies voor de stimulering van onderwijs en sport – maar wilde nooit overgaan tot directe, financiële steun, terwijl het Consortium hierom in de periode na 1 april 2014 wel dringend had verzocht.

John verweet met name Folkert Buiter, dat hij vorig jaar te lang heeft volgehouden dat er geen subsidie en financiële steun voor de Icedôme nodig was, terwijl dit feitelijk wel het geval moet zijn geweest.

Halfslachtigheid KNSB

John bevestigde aan mij – wat Folkert Buiter al in een telefoongesprek met mij van begin april had beweerd – dat de contracten met zowel exploitanten als financiers vrijwel rond waren geweest rond 1 april.

Eén van de redenen waardoor deze contracten – volgens John – uiteindelijk toch nog mislukten, was dat de KNSB nooit een onomwonden keuze voor de Icedôme heeft gemaakt, maar ten opzichte van Thialf in Heerenveen en TranSportium in Zoetermeer nog steeds alle opties openhield.

Hierdoor dreigde een situatie te ontstaan dat er – in plaats van één succesvolle en (mogelijk) winstgevende schaatstempel met voldoende bestaansrecht – drie hightech schaatstempels dreigden te komen, waarvan de exploitatie zeker voor alle partijen (!) verlieslatend zou zijn.

Al vanaf het moment van de eerste keuze voor de Icedôme, had de KNSB – toen nog in de persoon van voorzitter Doekle Terpstra – een zeer ambivalente houding aangenomen: 
  • Nadat vorig jaar het rapport met de einduitslag van de biedingsprocedure was uitgelekt, probeerde KNSB-voorzitter Doekle Terpstra de biedingsprocedure te veranderen, na proteststemmen uit Friesland tegen de Almere Icedôme. Door de rechter werd de KNSB in kort geding teruggefloten;
  • Het winnen van de aanbieding bood volgens de KNSB maar de garantie voor één internationale wedstrijd per jaar. Op de overige internationale en nationale wedstrijden konden de overige concurrenten van de Icedôme gewoon weer meebieden. Hierdoor leek het winnen van de biedingsstrijd een wassen neus.
  • Ten derde heeft Doekle Terpstra na het uitlekken van de keuze voor Almere een loopje met de waarheid genomen, volgens het AD:
    KNSB-voorzitter Doekle Terpstra verkondigde naar buiten toe dat het rapport dat koos voor Almere als topschaatscentrum niet deugde, maar uit interne e-mails blijkt dat hij het wel degelijk eens was met de keuze. Dat schrijft het AD zaterdag op basis van een eigen reconstructie.

    Op 18 mei ging Terpstra akkoord met de keuze voor Almere, maar toen het beoordelingsrapport 20 mei uitlekte, veranderde hij van koers. De geboren Fries Terpstra kreeg schaatsminnend Friesland over zich heen, omdat hij 'hun Thialf' de das omdeed. Daarna noemde hij het rapport 'onzorgvuldig en ontoereikend'.

    Voor het uitlekken van het rapport zou Terpstra's grootste zorg zijn geweest hoe hij Friesland meekreeg in de keus voor Almere, blijkt uit de e-mails die de krant heeft.

Ook wist John gisteren nog te melden dat de KNSB rond 1 april 2014 plotseling eiste, dat de financiële exploitatie niet voor vijf jaar, maar voor tien jaar moest worden gegarandeerd door alle betrokken partijen. Deze tussentijdse verzwaring van de contracteisen was voor veel exploitanten veel te gortig en heeft daardoor mede bijgedragen aan het mislukken van de Icedôme.

Op veel fronten heeft de KNSB zich een uiterst onbetrouwbare partner getoond, bang als zij was voor de sterke Friese Thialf-lobby, blijkt uit deze gang van zaken.

Men zegt dat succes vele vaders heeft en mislukking een weeskind is. 

In het geval van de Almere Icedôme moeten we echter constateren dat de mislukking ook vele vaders lijkt te hebben…

No comments:

Post a Comment

Blogoria.de

Blogarchief